Zo schrijf je een begrijpelijke tekst

Digitaal toegankelijke code zorgt ervoor dat iedereen een website kan gebruiken. Zo worden gebruikers van een schermlezer of toetsenbord niet uitgesloten. Maar, wat nou als bezoekers wel je website kunnen gebruiken, maar deze niet begrijpen? Daarom adviseert het W3C, om teksten op B1-niveau te schrijven. Zo zorg je ervoor dat je website inclusiever is.

Beperk de hoeveelheid informatie die je op je doelgroep afvuurt  

  • Maximaal 1 onderwerp per pagina 
  • Maak meerdere pagina’s rondom een thema als dat nodig is.   
  • Vier tot vijf zinnen max op scherm  
  • Wissel lange en korte zinnen af. Maar, maak er geen hikbericht van, dus door achter elkaar alleen maar hele korte zinnen te zetten. Max 10- 15 woorden per zin.  
    • Nee: Vijf jaar is lang. Vooral als je er niks aan vindt. Dat is balen. Echt balen. Dat moet je niet willen. Echt niet.  
    • Ja: Ik werkte vijf jaar bij bedrijf X en had het niet maar mijn zin. Dat was voor mij balen. Dat wil ik echt nooit meer   

Kies voor heldere en duidelijke opmaak

  • Duidelijke titel: waar gaat het om  
  • Geef je tekst een goede indeling. Geen grijze massa van woorden.  
  • Naast goede kop, goede onderkoppen. Tekst moet scanbaar zijn.  
  • Door de kop en tussenkoppen te scannen krijg je in grote lijnen waar het in het bericht over gaat. Dat moet voor de lezer duidelijk zijn.  
  • Zorg voor voldoende witruimte  
  • Lijn aan de linkerkant uit 
  • Maak bullets van opsommingen.  
  • Beperk het gebruik van vet- en schuingedrukte tekst. 
  • Gebruik geen onderstreping, anders lijkt het een link. 
  • Zorg voor niet te veel afleiding rond de tekst: eenvoudiger is beter. 
  • Gebruik ook beeldmateriaal, Altijd voorzien van alt-teksten.

Maak je webtekst oprolbaar

  • Val gelijk met de deur in huis: 5W’s en H. Wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe. In de alinea’s erna, probeer je zoveel mogelijk vragen die je doelgroep heeft te beantwoorden.  
  • Plaats een call to action button na de inleiding 
  • Maak je tekst oprolbaar: het belangrijkste altijd bovenaan.  

Tips voor goede content

  • Schrijf zoveel mogelijk in spreektaal. Vooral online doe je dat steeds meer.  
  • Leef je in je doelgroep. Wat wil je doelgroep weten? Wat heeft hij of zij aan een bepaald bericht? 
  • Spreek je doelgroep direct aan. Schrijf warm. Leef je in, in de doelgroep. Heb het ook over bij voorkeur over wij of we in plaats van de gemeente Lenteveld.  
    • Niet: Na het maken van een afspraak kunnen burgers op het gemeentehuis langskomen om een paspoort aan te vragen. De kosten voor de aanvraag moeten op het moment van aanvragen worden voldaan. 
    • Wel: Wilt u een paspoort aanvragen? Maak een afspraak om langs te komen op het gemeentehuis. U betaalt de kosten bij de aanvraag. 
  • Gebruik niet veel bijvoeglijke naamwoorden.  
    • Niet: De blozende conciërge gaf een onhandig antwoord op de kritische vraag van de pas afgetreden directeur. Met bibberende stem meldde zij dat ze de situatie inderdaad hoogst onhandig had aangepakt. 
    • Wel: de conciërge gaf toe dat zij de situatie niet handig had aangepakt.  
  • Vermijd superlatieven als super, geweldig, fantastisch.  
  • Kijk waar je leestekens zet: komma’s bijvoorbeeld  
  • Schrijf afkortingen op de pagina minstens één keer per pagina voluit. Je weet namelijk niet via welke weg een bezoeker op de pagina komt en welke kennis hij al heeft 
  • Geef voorbeelden om iets uit te leggen. Zeker als je termen gebruikt die je niet kunt vermijden. Maak het concreet. 

Zo maak je je webtekst scanbaar

  • Staat boven iedere alinea een samenvattend kopje? De kop moet informatief zijn, dus niet grappig, origineel of sexy. 
  • Staat de essentie van elke alinea in de eerste zin? Geef in de rest van de alinea een toelichting of verdere detaillering van de informatie uit de eerste zin. Lezers moeten deze kunnen overslaan zonder essentiele informatie te missen. Nieuwsartikelen in kranten worden vaak ook op deze manier geschreven. 
  • Vatten alle kopjes bij elkaar de pagina samen? 
  • Heb je getallen in cijfers geschreven? Schrijf niet: honderd procent, wel: 100% 
  • Heb je van elke opsomming een bulleted list gemaakt? (Zoals de opsomming die je nu leest). Is je bulleted list erg lang, maak dan achter iedere bullet 1 of 2 essentiële woorden vet. 
  • Heb je van elke instructie een numbered list gemaakt? (Opsomming met cijfers ervoor). 
  • Zijn je hyperlinks informatiedragend? De links moeten exact aankondigen wat je krijgt als je erop klikt. Schrijf dus niet: Klik hier voor meer informatie.Schrijf wel: Bekijk het programma of schrijf je direct in. 
  • Is op elke pagina de call to action duidelijk zichtbaar? Want bezoekers komen meestal voor zelfbediening, en willen snel aan de slag. Laat de belangrijkste taak of taken dus opvallen. Bijvoorbeeld als knop of link: Bestel nu, Schrijf je in, Direct aanmelden, Zoeken, Stemmen, Inloggen. 
  • Heb je zo veel mogelijk samenstellingen geschrapt? Samenstellingen zijn woorden die uit meerdere woorden bestaan. Die zijn lang en lezen lastig. Schrijf niet: Vergelijkingstabel, Consumententest, Productspecificaties. Schrijf wel: Vergelijk, Test, Specificaties 
  • Laatste check: knijp je ogen bijna dicht. Bekijk je webpagina door je oogharen. Welke elementen vallen het meest op? Die worden door je lezers gescand. Check of daar de kern van de informatie te vinden is. 

Iedere webtekst moet scanbaar zijn 

Je kunt een webtekst bijna niet té scanbaar maken. Of het nu een homepage, productpagina, artikel, FAQ of helptekst is. Maak het scanbaar schrijven dus tot een tweede natuur op internet. Stel jezelf steeds de vraag: welke woorden in mijn tekst bevatten de essentie, en hoe kan ik die woorden er laten uitspringen?